Ryo Terakado, barokviool
EunShik Kim, barokviool
Kaori Uemura, viola da gamba
François Guerrier, klavecimbel
François Couperin :
L'Impériale, sonade. Le Parnasse, ou l'Apothéose de Corelli, grote triosonate
Louis Couperin: Stukken in C
Carl Philipp Emanuel Bach: Sonate in C klein "Sanguineus und Melancholicus", Wq 161
Johann Sebastian Bach: Sonate in G groot BWV 530
Dit programma belicht niet alleen de rijkdom en diversiteit van barokmuziek, maar ook de notie van overdracht en...
Ryo Terakado, barokviool
EunShik Kim, barokviool
Kaori Uemura, viola da gamba
François Guerrier, klavecimbel
François Couperin :
L'Impériale, sonade. Le Parnasse, ou l'Apothéose de Corelli, grote triosonate
Louis Couperin: Stukken in C
Carl Philipp Emanuel Bach: Sonate in C klein "Sanguineus und Melancholicus", Wq 161
Johann Sebastian Bach: Sonate in G groot BWV 530
Dit programma belicht niet alleen de rijkdom en diversiteit van barokmuziek, maar ook de notie van overdracht en afstamming, zowel artistiek als familiaal. François Couperin opent het concert met L'Impériale, een sonate uit Les Nations, die zijn meesterschap over de Franse stijl vermengd met Italiaanse invloeden illustreert. Deze continuïteit is geworteld in het familie-erfgoed: de Pièces en ut van Louis Couperin, zijn oom, getuigen van de elegantie en gevoeligheid die kenmerkend is voor deze illustere dynastie van musici.
Het idee van overdracht reikt verder dan de familie Couperin met Le Parnasse, ou l'Apothéose de Corelli, waarin François Couperin de invloed van Corelli, de vader van de Italiaanse sonate, viert door Franse en Italiaanse stijlen te verenigen. Deze stilistische dialoog wordt herhaald door Carl Philipp Emanuel Bach, de zoon van Johann Sebastian, in zijn sonate Sanguineus und Melancholicus, die de overgang van de barokke naar de galante stijl weerspiegelt.
Het programma wordt afgesloten met Johann Sebastian Bach en zijn Sonate in G groot BWV 530, een oogverblindend voorbeeld van de overdracht van een kunst waarin virtuositeit en diepgang samenkomen.